Toevallig geboren in een gouden wiegje

Column Irene de Bel

De eerste keer dat ik mijn zoon vertelde over de Tweede Wereldoorlog is precies vier jaar geleden op 4 mei. Hij was toen vier jaar en keek na het eten nog even mee naar de televisie waar de voorbeschouwing van Dodenherdenking al was begonnen. Ik probeerde hem in Jip en Janneke-taal een beetje mee te geven dat het ooit niet zo leuk was in Nederland.

Het was lang geleden, nog voor al zijn opa’s en oma’s waren geboren. Van iedereen die hij kent, hadden alleen zijn overgrootvader en -moeder die tijd nog meegemaakt, maar zelfs die waren toen nog best jong. Ik probeerde te vertellen hoe het toen moest zijn geweest voor een vierjarig jongetje in Amsterdam.

Dat dingen die hij nu zo normaal vindt, toen niet normaal waren. Ik vertelde hem over Anne Frank en dat die vlak bij ons om de hoek woonde, tot het niet meer veilig was en ze zich jaren moest verstoppen. Zij kon niet meer naar school. Ze kon niet meer buiten spelen. Ze kon nooit meer met haar vriendjes en vriendinnetjes spelen.

LEES OOK  Een pretpark en openluchtmuseum in thema van de Zijderoute

Dat waren zo’n beetje de ergste details die ik toen over mijn lippen kreeg. Door de beelden op tv en mijn zeer summiere uitleg was hij al behoorlijk onder de indruk. Hij hoopte dat het nooit meer oorlog zou worden.

Elk jaar in de aanloop naar dodenherdenking vertel ik hem en zijn zusje een beetje meer details. Stukje bij beetje krijgen ze de eerste contouren van de Holocaust mee. Ze kunnen er soms niet goed van slapen, maar toch vind ik het belangrijk dat ze weten dat het ook anders kan.

Dat ze geluk hebben dat ze in een gouden wiegje zijn geboren, in tegenstelling tot de meeste andere kinderen op deze wereld. Dat ze geluk hebben dat zij zich nooit zorgen hoeven te maken over hun ontbijt of waar ze vannacht moeten slapen.

En als om wat voor reden dan ook wij niet meer voor hen zouden kunnen zorgen, dat er dan nog zo veel andere warme nesten zijn waar zij liefdevol zullen worden opgevangen. Dat zij zich geen zorgen hoeven te maken, maar wel toevallig heel veel geluk hebben. Voor hetzelfde geld waren ze zo maar vijfenzeventig jaar eerder geboren.

LEES OOK  Meisjes die niet vragen worden overgeslagen

Langzaamaan probeer ik ze voor te bereiden op een wereld die eigenlijk niets veranderd is. Dat niet alle grote mensen hebben geleerd dat je aardig moet zijn voor een ander, anderen helpt wanneer ze dat nodig hebben.

Dat mensen egoïstisch kunnen zijn en anderen kunnen haten, ook al kennen ze die ander niet eens. Het is zwaar om het over oorlog te hebben met een zes- en achtjarige. Ik krijg er een knoop van in mijn maag. Voor hetzelfde geld had hun wiegje toevallig in Ramallah gestaan.

Deze column is op 5 mei 2019 gepubliceerd in het Noordhollands Dagblad, Leidsch Dagblad, de Gooi- en Eemlander, Haarlems Dagblad en IJmuider Courant.