Bezuinigen op de postzegel in het onderwijs

Column Irene de Bel

Terwijl de meeste onderwijsinstellingen zich al opmaakten voor het lange Paasweekend, onderhandelden de regeringspartijen in Den Haag nog even door over de Voorjaarsnota. Op de valreep kwamen de coalitiepartijen zowaar met een akkoord. Het resultaat van al het handjeklap waren nog weer meer bezuinigingen op het onderwijs. Die sector moest al 1,1 miljard euro inleveren. Nu komt daar nog eens een half miljard extra bovenop.

Het is nog niet duidelijk hoe het onderwijs de bezuinigingen doorvoert. Maar bij gebrek aan visie in Den Haag moet elke onderwijsinstelling besparen op zijn eigen postzegel. Het is zeker dat daarbij opleidingen zullen verdwijnen. En dat zijn niet de opleidingen die jaarlijks hordes studenten weten te trekken.

Veel studenten betekent namelijk veel geld. Het zijn dus juist de kleinere opleidingen die het hardst geraakt worden. De kleinere opleidingen die slechts een paar studenten per jaar opleiden, en door de bezuinigingen straks helemaal niemand meer.

Zo kondigde de Vrije Universiteit al aan te stoppen met de opleiding Aardwetenschappen. Aardwetenschappers die juist een belangrijke rol kunnen spelen in het oplossen van de grote uitdagingen van deze tijd; zeldzame mineralen, energietransitie, klimaatveranderingen, watertekorten, voedseltekorten. De maatschappelijke gevolgen van die paar aardwetenschappers niet meer opleiden, is veel groter dan als de VU een paar bedrijfskundigen minder zou opleiden.

Die worden namelijk met duizenden tegelijk aan meerdere universiteiten opgeleid. Het maakt niets uit dat we als maatschappij veel meer baat kunnen hebben aan die paar aardwetenschappers dan de dertien in een dozijn bedrijfskundigen met hun doorsnee kantoorbanen. Voor de VU betekent de kleine opleiding een onrendabele kostenpost die als eerste moet sneuvelen.

Waar komt die bezuinigingsdrift bij het ministerie van Onderwijs vandaan? Zouden we niet juist moeten investeren in de kenniseconomie, innovatie en wetenschap? We weten immers uit wetenschappelijk onderzoek, toen daar nog geld voor was, dat elke euro die we in onderwijs investeren op termijn 2,5 keer meer oplevert. Nu hard bezuinigen op onderwijs, past dus niet in een langetermijnvisie voor onze maatschappij.

Maar een instabiele coalitie hoef niet ver vooruit te kijken. Elke partij gaat voor de winstpuntjes op korte termijn. Het enige dat telt, is de eigen achterban tevreden houden zodat die kiezers weer op je stemmen bij de volgende verkiezingen, die continue dreigen.

Met investeringen in onderwijs en wetenschap verwacht blijkbaar geen van de coalitiepartijen de volgende verkiezingen te kunnen winnen. Dus wordt de onderwijssector onevenredig hard geraakt door bezuinigingen.

Het is beschamend naar onze kinderen en kleinkinderen dat wij als stemgerechtigden blijkbaar onvoldoende duidelijk maken dat we het belangrijk vinden om te investeren in hun toekomst. De huidige regering en wereldleiders maken er een ongekende puinhoop van, en het zijn de scholieren en studenten van nu die straks alle puinhopen moeten opruimen. Laten we ze dan op zijn minst de broodnodige kennis daarvoor meegeven.

Deze column is op 23 april 2025 gepubliceerd in het Noordhollands Dagblad, Leidsch Dagblad, de Gooi- en Eemlander, Haarlems Dagblad en IJmuider Courant.