Het klinkt spannend, maar zelf weet ik niet zo goed wat ik ervan moet denken. Google brengt de Google Glass naar verwachting later dit jaar op de Nederlandse markt. Voor wie geen idee heeft waar ik het over heb: Google Glass is een slimme bril met een klein transparant computerschermpje dat in de rechterhoek van je blikveld is ingebouwd.
De bril staat in contact met je telefoon en je kunt hem volgooien met allerlei apps, Glassware genaamd. Zo kun je bijvoorbeeld meldingen krijgen van breaking news van The New York Times, of je route in Google Maps zien geprojecteerd in je gezichtsveld en zonder je telefoon uit je zak te hoeven halen. Het Nederlands elftal gebruikt de bril bij de EK-trainingen voor videoanalyses en statistieken.
Allemaal toepassingen die superhandig zijn voor de gebruiker. De bril zelf ziet er nog vrij lomp en lelijk uit, maar het zal ongetwijfeld niet lang duren voor er designerversies op de markt komen.
Ook de commerciële kansen zie ik wel. Zodra je een app voor Glass bouwt, kun je allerlei informatie vergaren over de gebruiker ervan. Je weet precies waar iemand jouw toepassing gebruikt, op wat voor moment en wat die ermee doet. Kortom, ik snap ook wel dat bedrijven in het nieuwe fenomeen willen duiken.
Maar ik snap ook dat de mensen een petitie zijn begonnen tegen de invoering van Glass omdat ze zich zorgen maken over hun privacy. Het is best eng als er iemand met een Google Glass op zijn neus tegenover je in de trein komt zitten. Want je weet niet of diegene misschien stiekem foto’s van jou maakt en op het internet zet. Om die reden is er al eens iemand met een Glass op zijn neus de kroeg uitgemept.
Bij de aanschaf van dit soort nieuwe gadgets krijgen gebruikers een mooie technische handleiding. Zou het niet logisch zijn om bij Google Glass ook een sociale handleiding toe te voegen?
Toen de mobiele telefoon bijna 20 jaar geleden opeens gemeengoed werd, merkte je ook dat mensen geen idee hadden van de impact van dat ding op hun directe omgeving. In restaurants of tijdens concerten hoorde je steeds vaker het bekende Nokia- deuntje. En je had zelfs nog mensen die hem doodleuk opnamen en een gesprek begonnen te voeren.
Inmiddels vinden we dat allemaal hoogst asociaal gedrag. We zijn het er allemaal over eens dat je je telefoon in dat soort situaties even uitzet of in elk geval op stil zet. Maar het heeft een aantal jaren geduurd voor we de mobiele telefoon-etiquette bedacht hadden.
Als Google, een bedrijf met het motto don’t be evil, nou op voorhand zou nadenken over de ethische kant van hun nieuwe technologieën, dan zou dat een hoop weerstand en misschien zelfs rechtszaken kunnen voorkomen. Technische bedrijven moeten de verantwoordelijkheid nemen voor de sociale gevolgen van hun nieuwe gadgets, zeker als te verwachten is dat die een grote invloed kunnen hebben op de maatschappij. ‘Wees niet slecht’ is niet genoeg, wees liever supersympathiek.
Dit voorwoord is gepubliceerd in New Scientist, editie juni 2014.
