Met trots presenteren we hierbij de allereerste Nederlandstalige New Scientist. Het is nu twee weken geleden dat alle pagina’s geprint aan de muur achter me hingen, klaar voor een laatste check alvorens ze naar de drukker konden. Na een lange voorbereiding van een half jaar vond ik de pagina’s er stuk voor stuk goed uit zien. Ik werd blij als ik er naar keek. Alleen blinkte daar nog een gat van het voorwoord op pagina 5…
Voor een hoofdredacteur komt er veel kijken bij de lancering van een nieuw blad: een nieuwe vormgeving, lezersonderzoek, een nieuwe website, een nieuw papiersoort en formaat, een lanceringsfeest inclusief uitreiking van het eerste nummer aan astronaut André Kuipers, een reclamecampagne, interviews met andere media, en ga zo maar door. U kunt zich misschien voorstellen dat er niet veel tijd over bleef voor het schrijven van een mooi voorwoord.
Tot de dag van de deadline. Als een soort standaardritueel schrijf ik op het allerlaatste moment mijn voorwoord. Ik was van plan om dit keer op te schrijven waarom de New Scientist die u nu in uw handen heeft, het allermooiste wetenschapsblad van Nederland en België is. Maar eigenlijk ben ik niet zo’n goede marktkoopman en waarom zou u mij op mijn bruine ogen geloven?
U kunt veel beter zelf uw oordeel vellen over de artikelen, infografieken, afbeeldingen, interviews en columns. Bovendien is het niet zo heel belangrijk dat ik het een prachtig blad vind, maar wel of u dat ook vindt. Daarom zouden we het zeer op prijs stellen als u de redactie wilt laten weten wat u vindt van onze creatie. Waar bent u blij mee en waar kunnen we nog verbeteringen aanbrengen? We horen het graag. Dus sla snel om, laat u verrassen en laat ons weten wat uw oordeel is.
Dit voorwoord is gepubliceerd in New Scientist, editie 1 in juni 2013. De lancering vond plaats in mei 2013.
