Zit er een grens aan de vrijheid van meningsuiting, en zo ja, waar ligt die grens dan? De barbaarse aanslagen in Parijs hebben de discussie over de vrijheid van meningsuiting en het censuurverbod, dat wij geborgd hebben in de Grondwet en in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, flink doen oplaaien.
Wij waren benieuwd naar jullie mening hierover en plaatsten daarom een enquête op onze website. Via Twitter, Facebook en onze nieuwsbrief riepen we iedereen op zijn of haar mening te geven. Jullie deden dat in groten getale, waarvoor veel dank.
Opvallend is dat van de bijna 1.200 respondenten 43 procent vindt dat beledigen alleen mag als men zich aan bepaalde normen en waarden houdt. 25 procent vindt dat cartoonisten en columnisten helemaal niet mogen beledigen.
Gevoelsmatig is het misschien niet zo gek om te denken dat de vrijheid van meningsuiting niet absoluut kan gelden. Maar als je er wat langer over nadenkt, is er echt geen logische scheidslijn aan te brengen.
Leg je de grens bij waar anderen zich gekwetst voelen, zoals Beatrix, toen nog koningin, stelde tijdens haar kerstspeech in 2006? Geen beginnen aan. Er is altijd wel iemand met lange tenen.
Leg je de grens bij religieuze gevoeligheden? Dan vragen we van bijvoorbeeld homo’s en vrouwen een groter incasseringsvermogen dan van christenen, joden en moslims. Dat druist volledig in tegen het recht op gelijke behandeling en het verbod op discriminatie.
Het principe van vrijheid van meningsuiting is er juist op gebaseerd dat iedereen het recht heeft zijn eigen standpunten in te nemen, hoe afwijkend en belachelijk die ook kunnen zijn. Laat iedereen voor zichzelf bepalen in hoeverre zij rekening wil houden met de gevoelens van anderen. Daar hebben we geen fatsoenspolitie bij nodig.
Wel kunnen we het handelen naar extreme denkbeelden strafbaar stellen. Het verschil is dat je dan nog steeds het recht hebt op een extreme visie, die je tot op zekere hoogte mag uiten. Bijvoorbeeld het verspreiden van leugens over iemand is wel strafbaar, net als haatzaaien. Op die manier kan de rechter wel degelijk juridische grenzen stellen aan de vrijheid van meningsuiting. Genoeg om een beschaafde samenleving te behouden.
Dit voorwoord is gepubliceerd in Opzij editie 3, maart 2015.
