De overheid stortte een hele generatie jongeren in een tweejarig sociaal experiment

Column Irene de Bel

Het is vijf jaar geleden dat Nederland gegijzeld werd door het coronavirus. Of we iets hebben geleerd van die bizarre periode, is nog maar de vraag. Deze week werd bekend dat het aantal ic-bedden, wat toen de belangrijkste reden was voor alle maatregelen, verder is afgenomen ondanks dat de bevolking is gegroeid. We zijn op dat vlak dus nu nog slechter voorbereid op een pandemie dan vijf jaar geleden.

Het was maart 2020 toen Rutte voor het eerst aankondigde dat we in lockdown gingen. Als slecht luisterende pubers kregen we collectief huisarrest. Binnen een paar dagen werden de kinderen als levende enkelbanden ingezet. Hoewel schoolgaande jongeren zelf geen serieuze gezondheidsrisico’s liepen, moesten ze thuisblijven zodat wij als ouders niet naar ons werk zouden gaan.

Dat was het eerste teken dat de overheid beslissingen nam op basis van een Excelsheet waarin alleen naar besmettingsrisico werd gekeken. Voor kinderen was het juist belangrijk om in zo’n onzekere tijd vast te houden aan hun dagelijkse ritme. Bovendien is het sociale contact met leeftijdsgenoten een van de belangrijkste dingen die zij op school leren. Het leek allemaal geen rol te spelen bij de besluiten van de overheid. Zonder kinderpsychologen te betrekken, stortte de overheid een hele generatie jongeren in een tweejarig sociaal experiment.

Van de ene op de andere dag offerden zij hun levens op voor het nationaal belang. We zochten een nieuw ritme om werk te combineren met thuisonderwijs. Weken gingen voorbij. Weken werden maanden. Maanden werden jaren. Steeds weer die teleurstelling bij onze kinderen als ze opnieuw geen feestje mochten geven.

Zo doopten we ook twee jaar Koningsdag, in veel kinderlevens de leukste dag van het jaar, om in ’Woningsdag’. Onze kinderen probeerden er in de straat nog wat gezelligs van te maken. Maar de boa’s maakten daar direct korte metten mee. Duidelijk geïnstrueerd, reden zij vanaf half negen al rondjes door de wijk. Zelfs in de eigen voortuinen mochten de kinderen niet op een kleedje de vrijmarkt naspelen, want voor je het weet zouden er wel eens ouders omheen kunnen gaan staan. En dus dropen de kinderen weer teleurgesteld af naar binnen, voor het nationaal belang.

Twee jaar aan beperkende maatregelen is op een heel mensenleven al lang. Maar als kind is dat al vrij snel de enige werkelijkheid die je kent. Wetenschappers willen daarom nu weten wat alle maatregelen voor gevolgen hebben gehad op jongeren. Is er een verband dat zij nu zo graag binnen op hun schermen zitten? Is er een verband met hun slechte mentale gezondheid?

Een parlementaire enquêtecommissie is net begonnen met het onderzoek naar de besluitvorming van de Nederlandse overheid in die tijd. Op grond waarvan werden de maatregelen ingevoerd? Het duurt waarschijnlijk nog twee jaar voor we antwoorden krijgen. Laten we hopen dat de antwoorden op al die vragen eerder komen dan de volgende pandemie.

Deze column is gepubliceerd op 5 maart 2025 in het Noordhollands Dagblad, Leidsch Dagblad, de Gooi- en Eemlander, Haarlems Dagblad en IJmuider Courant.