Hebben we nog iets aan die Vestingwallen?

Column Irene de Bel

Als ik door Naarden-Vesting loop, voel ik de historie van de vesting. De hoge vestingwallen boden de bewoners eeuwenlang bescherming tegen vijandelijke troepen. Naarden was de enige route vanuit het oosten naar Amsterdam. Je kon niet om Naarden heen als je Amsterdam of Holland wilde veroveren.

In het Vestingmuseum is te zien hoe de vestingstad onderdeel was van de Hollandse Waterlinie. Het verdedigingswerk van tweehonderd kilometer liep vanaf Muiden om Utrecht heen, helemaal door tot aan de Biesbosch. Het beschermde heel West-Nederland. Doordat het grootste deel versmolten was in het landschap, was die haast onzichtbaar voor de vijand.

De Waterlinie bestond uit 45 forten, 6 vestingen, 2 kastelen, 85 mitrailleurkazematten, ruim 700 betonnen schuilplaatsen en kazematten. Nog belangrijker waren de ruim 100 sluizen en waterwerken. Het was eigenlijk een waterbouwkundige stelsel dat we in vredestijd gebruikten om het land droog te houden. Bij dreigende oorlog konden we in no time grote stukken land onder water zetten. Dan werd het onbegaanbaar voor soldaten, paarden en voertuigen, en te ondiep voor boten. Kortom een ingenieuze, typische Hollandse manier van verdedigen.

Maar Naarden-Vesting en de rest van de Waterlinie verloren hun militaire functie in de vorige eeuw door de komst van bommenwerpers. Vliegtuigen lieten zich niet meer tegenhouden door een ondergelopen weiland. Daarom liggen de oude bunkers er nu verlaten bij.

Als ik over de vestingwallen loop en de dreigende oorlogstaal nog door mijn hoofd nadreunt, vraag ik me af of we nog iets zouden kunnen met de oude Vesting. In de wallen zitten kazematten, gemetselde ruimtes met muren tot wel twee meter dik, veilig afgedekt door een pakket aarde van drie tot vier meter. Daardoor heb je binnenin geen mobiel bereik. Dat is super onhandig voor de bedrijven die er tegenwoordig in zitten, maar dat kan in een moderne oorlogsvoering misschien wel weer handig zijn. Binnenin ben je vast goed beschermd tegen droneaanvallen.

Even later lees ik dat Zsolt Szabó, staatssecretaris van Digitalisering, zegt te werken aan een plan om onze digitale soevereiniteit weer terug te krijgen. Het is een reactie op een rapport van de Algemene Rekenkamer uit januari. Daarin waarschuwt de waakhond dat de Nederlandse overheid te afhankelijk is geworden van Amerikaanse techbedrijven. Bijna alle overheidsdiensten maken voor hun communicatie en bestandenopslag gebruik van Amazon, Microsoft of Google. Dus in theorie kunnen die Amerikaanse techbedrijven ons land volledig plat leggen.

Misschien kan de Vesting een rol spelen voor onze digitale soevereiniteit? Ik denk aan een back-upsysteem van de meest kritieke systemen en die servers plaatsen we in de veilige kazematten, en dan trekken we een lijn door vanaf het internetknooppunt Amsterdam. Zo fantaseer ik door, terwijl ik weet dat het zo simpel niet is. Dit gaat nog langer duren dan de militaire herbewapening. Ik hoop daarom maar dat de overheid nog wat printjes heeft bewaard.

Deze column is op 12 maart 2025 gepubliceerd in het Noordhollands Dagblad, Leidsch Dagblad, de Gooi- en Eemlander, Haarlems Dagblad en IJmuider Courant.